Praten over seksualiteit, de normaalste zaak
Door seksuele opvoeding te geven ondersteun je een gezonde ontwikkeling. Zo leren kinderen zichzelf kennen, ontdekken ze wat hoort en wat niet, worden ze zich bewust van hun eigen gedrag en geef je ze betrouwbare informatie. Zo ontwikkelen ze een realistisch beeld van de werkelijkheid, waardoor ze ook positiever naar zichzelf kijken.
Sommige ouders vinden het lastig met hun kind over deze onderwerpen te praten. Hóe kun je dit doen?
9 Tips die je helpen bij de seksuele opvoeding van je kind
1. Heb ’t erover. Tijdig en met regelmaat.
Begin op tijd. ‘Te jong’ is voor ouders vaak een belangrijke reden om niet te beginnen met de seksuele opvoeding. Toch is het belangrijk om hier al vroeg mee te beginnen op een manier die past bij de leeftijd en de ontwikkeling. Voor je kind is het nog geen bijzonder onderwerp als ze jonger zijn. Eerst kun je het hebben over makkelijke onderwerpen en dan steeds meer uitbreiden tot andere thema’s. Als je vroeg begint geef je jezelf ook tijd om te oefenen met praten over seksualiteit. Zo wordt het minder ongemakkelijk. Maak het een gewoon, alledaags ding, dat op elk moment even ter sprake kan komen.
Zo wordt seksualiteit normaal om over te praten en weet je kind hoe het iets moet vertellen of vragen als het bijvoorbeeld iets meemaakt wat niet leuk is. Zorg dat je dit doet vóór de puberteit, ook om ze hierop voor te bereiden. In de puberteit ontwikkelen pubers zelf seksuele gevoelens en vinden zij het ongemakkelijker om erover te praten.
2. Vind ingangen voor gesprekjes
Zoek regelmatig een ingang om over seksualiteit te praten met je kind. Het is niet nodig om er uitgebreid voor te gaan zitten, dat maakt het moment vaak beladen voor je kind. Zoek in plaats daarvan telkens iets waar je op in kunt haken, zoals:
- Een gebeurtenis op in de familie, school of op de kinderopvang. Je kind vertelt bijvoorbeeld over een klasgenootje dat een broertje heeft gekregen of over kinderen die verliefd zijn en elkaar verkering hebben gevraagd. Je kunt dan vragen stellen als: ‘Weet je hoe een baby wordt geboren?’. Bij pubers kan je soms makkelijker indirect vragen naar wat ze hebben meegemaakt: ‘Ken jij iemand op school die al eens verliefd is geweest?’ of ‘Zijn er mensen in je klas die verkering met elkaar hebben?’.
- Een tv-programma, serie of film. Zie je bijvoorbeeld een film waarin twee vrouwen een relatie hebben, dan kun je vragen ‘Weet je dat je als vrouw ook verliefd kan worden op een andere vrouw? Of als man op een andere man?’.
- De actualiteit. Grensoverschrijdend gedrag en sexting zijn thema’s die vaak in de media komen, zoals bij The Voice of Holland. Vraag bijvoorbeeld wat je kind ervan vindt, of het zelf ook weleens iets vervelends heeft meegemaakt en wat het zou doen als het ermee te maken krijgt. Je kunt in zo’n gesprek benadrukken dat ze hun eigen wensen en grenzen mogen aangeven en die van anderen moeten respecteren. Ook kun je samen bepaalde afspraken maken, bijvoorbeeld over sexting (alleen als je dit beiden wilt en dat je nóóit iets ongevraagd mag doorsturen).
- (Voor)lezen uit een heilig boek. In de verhalen kunnen voorbeelden staan van huwelijk, echtscheiding, fijne of minder fijne gezinssituaties of relaties. Ook over deze verhalen kunnen vragen worden gesteld door bruggetjes te maken naar situaties in het echte leven.
Op deze manier leert je kind stukje bij beetje meer over relaties, intimiteit en seksualiteit en wordt het weerbaar.
3. Creëer een luchtige setting
Het kan helpen om met een alledaagse activiteit bezig te zijn, zoals de hond uitlaten, was opvouwen of autorijden. Dan hoef je elkaar niet aan te kijken. Dat voelt vaak wat minder spannend en daarmee gemakkelijker, ook voor het kind. Zo wordt het niet ‘hét gesprek’, maar een alledaags thema.
4. Probeer een ontspannen houding te hebben
Wees je bewust van je eigen houding. Het is begrijpelijk als je ongemak voelt bij het thema, situaties of vragen. Dit komt omdat we het niet gewend zijn, het persoonlijk voelt en we vaak met een volwassen blik kijken. Dit is niet erg, maar probeer er ontspannen mee om te gaan. Want als je zelf ongemakkelijk met het onderwerp omgaat, zal je kind dit ook (gaan) doen.
Wanneer je kind met een vraagt komt, is het belangrijk om antwoord te geven. Weet je het antwoord niet of komt de vraag op dat moment niet uit? Zeg het dan en kom er later op terug. Zo laat je jouw kind merken dat het met vragen en twijfels altijd bij je terechtkan.
Jij bepaalt wat je wel en niet vertelt. Dat alle vragen welkom zijn, betekent dus niet dat je jezelf helemaal bloot hoeft te geven. ‘Dat hou ik liever voor mezelf’ of ‘Dat vind ik te persoonlijk’ zijn ook antwoorden. Ook hiermee geef je een belangrijke boodschap, namelijk dat ieder z’n eigen grens bepaalt.
5. Gebruik de vraag ‘Wat zou je doen als…?’
Deze vraag werkt zowel bij jonge als bij oudere kinderen. Hiermee krijg je inzicht in wat je kind zou doen in bepaalde situaties en kan je waar nodig extra informatie geven. Bijvoorbeeld aan een 11-jarige: wat zou jij doen als je verkering hebt, maar eigenlijk verliefd bent op een ander? Of aan een 14-jarige: wat zou jij doen als jij wil zoenen, maar je merkt dat de ander dat liever niet wil? Of aan een 16-jarige: wat zou jij doen als iemand je vraagt een sexy foto te sturen?
6. Oordeel niet
Laat weten dat alles gezegd en gevraagd kan worden en dat je niet oordeelt. Voorkom een belerende toon of dat je dingen die je voorbij ziet komen (per ongeluk) veroordeelt door te zeggen ‘Dat doe je toch niet.’ of ‘Dat is echt dom.’ Dit kan je kind afschrikken, waardoor het vragen of ervaringen niet meer zo snel met je zal bespreken.
7. Deel ook eens een eigen ervaring
Bijvoorbeeld hoe jij jouw eerste kus hebt ervaren. Zo laat je zien dat jij ook ooit jong was. Dat je bepaalde dingen ook hebt moeten leren en dat het oké is om fouten te maken. Jij bent het grootste voorbeeld voor jouw kind. Ook als het gaat om het overdragen van je eigen normen en waarden. Dus wanneer jij zelf een keer iets deelt, of uitdraagt, zal jouw kind dat ook makkelijker doen en overnemen.
8. Leg uit wat je vindt en waaróm
Als je vertelt hoe je zelf over bepaalde dingen denkt en waarom je daar zo over denkt, leer je je kind daar ook over na te denken. Vaak nemen kinderen – ook oudere kinderen – jouw normen en waarden over. Word niet boos, maar ga het gesprek aan. Als je boos wordt, is de kans dat je de verbinding met je kind verliest en jouw kind dingen stiekem gaat doen, groter.
9. Laat weten waar ze betrouwbare info vinden
Merk je dat je kind zich ongemakkelijk voelt om te praten over seksualiteit, ga dan niet pushen. Geef ze in plaats daarvan een aantal betrouwbare informatiebronnen. Als ze dan iets willen weten, kunnen ze het opzoeken. Vertel wel dat ze altijd naar jou toe kunnen komen als ze vragen hebben. Een paar goede voorbeelden:
- Pubergids.nl voor kinderen vanaf 10 jaar.
- Sense.info voor jongeren vanaf 13 jaar.
- Mooie boeken vind je op deze boekenlijst.
- Ook zijn er voor jongeren steeds meer goede podcasts, zoals Sense Talk en Sekspraat.