Zoek op categorie
We hebben de veelvoorkomende vragen en antwoorden per categorie voor je op een rij gezet. Hieronder zie je de verschillende categorieën.
Over seksuele opvoeding en vorming
Wat vertel ik op welke leeftijd aan mijn kind?
Hoe kan ik met mijn kind praten over relaties en seksualiteit?
Mijn kind heeft een verstandelijke beperking waardoor de ontwikkeling anders loopt. Hoe weet ik wat past bij hun leeftijd?
Wordt mijn kind (eerder of meer) seksueel actief door erover te praten?
Kan ik mijn kind te veel vertellen?
Is het verwarrend voor kinderen om ze te leren over diversiteit?
Mijn kind heeft vragen over gender en/of seksuele oriëntatie, waar kan ik op zoek naar meer informatie?
Over relationele en seksuele vorming op school
Hoort seksuele voorlichting op de basisschool thuis?
Geeft onze school seksuele voorlichting en zo ja, met wat voor lespakket?
Wordt er in de lessen rekening gehouden met verschillende religies?
Krijgen jongens en meisjes les in aparte groepen?
Waar kan ik terecht met mijn vragen?
Hoe betrekken scholen ouders bij de lessen relationele en seksuele vorming?
Kan ik de lespakketten inzien?
Heeft Rutgers de expertise om lespakketten te maken?
Veelgestelde vragen over seksuele opvoeding en vorming
-
Wat vertel ik op welke leeftijd aan mijn kind?
De seksuele ontwikkeling van een kind begint al in de baarmoeder, seksuele opvoeding vanaf de geboorte. Ieder kind begint dan met ontdekken van het lichaam en gevoelens. Het is daarom goed om je kind dan ook vanaf jongs af aan op een positieve manier hierbij te begeleiden.
Natuurlijk wil je dat deze begeleiding past bij de leeftijd en ontwikkelingsfase van je kind. Via deze website vind je informatie over de verschillende ontwikkelingsfases van 0 tot 18. Je leest er:
- Welke lichamelijke veranderingen en interesses er zijn op een bepaalde leeftijd
- Welk gedrag, situaties en vragen daar vaak bij horen
-
Hoe kan ik met mijn kind praten over relaties en seksualiteit?
Sommige ouders vinden het lastig om te reageren op vragen, ontdekgedrag of zelf een gesprek te beginnen over seksualiteit. Ze vinden het bijvoorbeeld ongemakkelijk, hebben zelf vroeger deze gesprekken nooit gehad of zijn bang om iets verkeerds te zeggen. Onderzoek toont aan dat kinderen vaak al veel meer weten, en dat ouders vaak te laat of te beperkt zijn in de informatie die ze delen.
Kun je wel wat inspiratie gebruiken? Speciaal hiervoor hebben we een webpagina vol gesprekstips en herkenbare voorbeeldsituaties. Je vindt er voorbeelden over:
- Hoe je in kunt gaan op haakjes die kinderen zelf al geven
- Hoe je kunt reageren op ontdekgedrag en vragen
- Hoe je zelf op een gesprek start
-
Mijn kind heeft een verstandelijke beperking waardoor de ontwikkeling anders loopt. Hoe weet ik wat past bij hun leeftijd?
Ook kinderen met een (licht) verstandelijke beperking worden verliefd, hebben seksuele gevoelens en willen experimenteren met seks. Vanaf de puberteit verloopt de lichamelijke ontwikkeling vaak niet meer gelijk met de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Voor ouders is er de brochure seksuele opvoeding van kinderen met een beperking (0-18 jaar). Daarnaast zijn er veel materialen beschikbaar waarbij je samen met je kind kunt leren over het lichaam, liefde en seks.
Op de website Online flirten (steffie.nl) kun je meer leren over online flirten als jongere met een verstandelijke beperking. Ook vind je hier meer informatie over liefde en (online) daten: Steffie helpt je verder! – Steffie.nl
-
Wordt mijn kind (eerder of meer) seksueel actief door erover te praten?
Nee. Het is een fabel dat als je met kinderen over seksualiteit praat, zij daarna ook (meer) seksueel gedrag laten zien. Sommige ouders en denken “als je erover praat gaan ze het juist doen”. Maar onderzoek laat zien dat het tegenovergestelde waar is: kinderen die goede voorlichting hebben gekregen, starten over het algemeen láter met seksuele handelingen dan jongeren die dat niet hebben gehad. Juist omdat ze er van te voren beter over hebben kunnen nadenken.
Ook laat onderzoek zien dat wanneer kinderen opgroeien in een warm gezin, waarin seksualiteit een plek in de opvoeding heeft, zij beter in staat zijn gezonde en verstandige keuzes te maken en minder te maken krijgen met problemen als soa’s, onbedoelde zwangerschap en seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Als je kinderen gewoon de informatie geeft waar ze om vragen, zullen ze dat ook als heel normaal aannemen. Ga daar zorgvuldig mee om, want als jij ergens ontwijkend of ongemakkelijk over doet, dan geef je daarmee indirect óók een boodschap aan je kind. Namelijk dat vragen over relaties en seksualiteit taboe zijn en dat ze daar niet met jou over kunnen praten. Open omgaan met seksualiteit heeft als doel kinderen te ondersteunen bij een veilige en gezonde ontwikkeling en later – wanneer zij daar zelf aan toe zijn – seksualiteit op een positieve manier te beleven.
-
Kan ik mijn kind te veel vertellen?
Als je aansluit op de leeftijd en ontwikkelingsfase van je kind hoef je niet bang te zijn dat je te veel vertelt: een kind onthoudt alleen wat past bij het eigen ontwikkelingsniveau. De rest gaat het ene oor in en het andere oor uit. Ze stellen je die vraag later dan waarschijnlijk nog een keer, omdat ze niet onthouden wat ze niet nog niet begrijpen.
-
Is het verwarrend voor kinderen om ze te leren over diversiteit?
Om een veilige(r) en verdraagzame(re) samenleving te creëren, waarin iedereen mag zijn wie die in de kern is, is het belangrijk kinderen te leren over de verschillen in genderidentiteit en seksuele oriëntatie. Zo ontwikkelen zij een realistisch wereldbeeld, waarin mensen verschillend zijn en leren ze hier op een respectvolle manier mee om te gaan. Er zijn in onze samenleving veel verschillende denkbeelden, normen en waarden rondom dit thema. Zowel actualiteit als onderzoek laten zien dat lhbti+ personen nog steeds veel te maken krijgen met pestgedrag en geweld. Veelal door onwetendheid en onbegrip. Door kinderen van jongs af aan kennis te laten maken met verschillen, wordt diversiteit normaal en gerespecteerd.
Goed om te realiseren: kinderen leren dat er verschillen zijn en dat dat oké is. Ze worden niet gestimuleerd hun eigen genderidentiteit of seksuele voorkeur te onderzoeken of veranderen. Alleen (lhbti+)kinderen – kinderen bij wie dit vanbinnen al speelt – krijgen hierdoor meer ruimte om te onderzoeken wie ze zijn. En zo voelen zij zich ook meer gerespecteerd door hun omgeving. Het is niet zo dat praten over de verschillen, kinderen in verwarring brengt over hun eigen identiteit.
-
Mijn kind heeft vragen over gender en/of seksuele oriëntatie, waar kan ik op zoek naar meer informatie?
In de ontwikkeling van kinderen en jongeren gaan ze zelf op zoek naar hoe ze zich identificeren: voelen ze zich mannelijk, vrouwelijk, allebei, geen van beide of iets er tussen in? Ook gaan ze hun eerste verliefdheid ervaren, waarbij ze er achter komen of ze op iemand van hetzelfde of andere geslacht vallen. Dit is een normale ontwikkeling die in de loop van de jaren ook weer kan veranderen. Als je kind behoefte heeft om samen te komen met andere kinderen die hier ook mee bezig zijn, kun je bij de lokale afdeling van COC Nederland kijken of daar “Jong & Out” bijeenkomsten georganiseerd worden. Deze bijeenkomsten zijn voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar.
Daarnaast kun je met je kind de ‘transgender, een toegankelijke gids’ bekijken. Hierin wordt met pictogrammen en wat tekst uitgelegd wat transgender is, wat een transitie inhoud en welke stappen daarbij kunnen komen kijken.
Veelgestelde vragen over relationele en seksuele vorming op school
-
Hoort relationele en seksuele vorming op de basisschool thuis?
Relationele en seksuele ontwikkeling is onderdeel van de algehele ontwikkeling van een kind. Van ieder kind. Deze ontwikkeling begint al vanaf de geboorte. Vanaf dat moment ontdekken kinderen hun lichaam en gevoelens. Elke leeftijdsfase brengt nieuwe ontwikkelingen, ervaringen en vragen met zich mee. Het is daarom belangrijk kinderen te ondersteunen en te begeleiden bij elke fase. Om ze te leren welk gedrag gepast is en welk gedrag niet, om hun vragen te beantwoorden en eventuele onzekerheden weg te nemen.
Natuurlijk heb je hierin als ouder de eerste en belangrijkste rol. Maar, kinderen leren niet alleen thuis. Ze leren overal waar ze komen, dus ook op school, waar kinderen veel tijd spenderen. Ze leren in groepen, doen elkaar na, stellen vragen en experimenteren. Dat maakt dat ook de basisschool een rol heeft op dit vlak en ook wettelijk verplicht is hier les over te geven, aansluitend op elke leeftijdsfase. Op welke manier scholen dat doen, daar zijn ze vrij in.
-
Geeft onze school relationele en seksuele vorming en zo ja, met welk lespakket?
Elke basisschool en middelbare school (alleen de onderbouw) is verplicht om relationele en seksuele vorming te geven. Dit is vastgelegd in de kerndoelen (hierin staat dat scholen aandacht moeten geven aan seksualiteit en seksuele diversiteit). Verschillende organisaties bieden lesmateriaal en trainingen aan. Rutgers is hier een van. Scholen maken hierin zelf keuzes. De regionale GGD’en adviseren scholen hierbij. De invulling van deze lessen bepaalt een school zelf. Wat een leraar precies vertelt, verschilt dus per school. En soms zelfs per klas. Ben je benieuwd welke lespakket de school van jouw kind gebruikt? Neem contact op met de school.
-
Wordt er in de lessen rekening gehouden met verschillende religies?
Heb je bewust gekozen voor een school met een bepaalde identiteit, bijvoorbeeld openbaar, islamitisch of gereformeerd? Dan mag je verwachten dat de seksuele voorlichting daar ook bij past. Opvattingen, normen en waarden over seksualiteit en seksueel gedrag worden namelijk sterk bepaald door cultuur en religie. Tegelijkertijd heeft ieder kind en jongere, ongeacht religie, cultuur, opleiding of sekse, recht op relationele en seksuele vorming. Want hoewel de meeste jongeren tegenwoordig toegang hebben tot uiteenlopende informatiebronnen, blijkt de kennis van het lichaam, seksuele ontwikkeling, anticonceptie en seksuele risico’s vaak beperkt of onjuist. Daarom is elke basisschool en middelbare school verplicht om relationele en seksuele vorming te geven. Dit is vastgelegd in de kerndoelen.
Wil je weten welke onderwerpen, op welke manier aan bod komen tijdens de lessen relationele en seksuele vorming op de school van jouw kind? Laat je dan informeren door de school. De invulling van deze lessen bepaalt een school zelf. Wat een leraar precies vertelt, verschilt dus per school. En soms zelfs per klas.
-
Krijgen jongens en meisjes les in aparte groepen?
Net als iedere school zelf kan kiezen van welk lespakket het gebruikmaakt, maakt de school ook zelf de keuze of het, een of meerdere lessen, aan gescheiden groepen (jongens en meisjes apart) lesgeeft of aan een gemixte groep. Rutgers ziet het als voordeel van een gemixte groep kinderen dat jongens en meisjes ook veel van elkaar leren en elkaar zo beter leren begrijpen.
Wil je weten welke op welke manier de lessen relationele en seksuele vorming op de school van jouw kind worden gegeven? Laat je dan informeren door de school.
-
Waar kan ik terecht met mijn vragen?
Heb je vragen over wat er in de lessen relationele en seksuele vorming verteld wordt en op welke manier? Dan kun je terecht bij de school van jouw kind. Heb je vragen over de seksuele ontwikkeling- of opvoeding van jouw kind, lees dan verder op deze site of kijk op:
- De website van het Nederland Jeugdinstituut
- De website van het Centrum voor Jeugd en gezondheid.
- De website van Ouders.nl
-
Hoe betrekken scholen ouders bij de lessen relationele en seksuele vorming?
Hoe scholen ouders betrekken bij de lessen relationele en seksuele vorming is aan de school zelf. Rutgers adviseert GGD’en en scholen om het betrekken van ouders bij relationele en seksuele vorming op de agenda te zetten. Vaak worden ouders geïnformeerd via een nieuwsbrief en/of op een ouderavond. Heb je als ouder behoefte aan meer informatie over de lessen op de school van jouw kind? Neem contact op met de school zelf.
-
Kan ik de lespakketten inzien?
Net als iedere school zelf kan kiezen van welk lespakket het gebruikmaakt (Kriebels in je buik, Veiligwijs of Wonderlijk gemaakt) bepaalt een school ook zelf of de lessen in te zien zijn. Van het lespakket dat Rutgers aan scholen aanbiedt, Kriebels in je buik, kun je demolessen bekijken.
Heb je als ouder behoefte aan meer informatie over de lessen op de school van jouw kind? Neem contact op met de school zelf.
-
Heeft Rutgers de expertise om lespakketten te maken?
Rutgers is een expertisecentrum in seksualiteit. De organisatie is op de hoogte van wat er leeft in de maatschappij en ziet waar behoefte aan is. Hiervoor doen we veel onderzoek. Dit geeft inzichten en onderbouwt ons werk met wetenschappelijk bewijs.
Inmiddels heeft Rutgers een geschiedenis van bijna 100 jaar. Dit maakt ons het expertisecentrum voor seksualiteit in Nederland.
Al jarenlang werken onze experts samen met pedagogen, seksuologen en partners als de GGD ’en, Soa Aids Nederland, Stichting School en Veiligheid aan de verbetering van seksuele rechten, toegang tot voorlichting en informatie over seksualiteit, toegang tot anticonceptie en veilige abortussen en preventie van seksueel geweld. Zowel nationaal als internationaal.
We delen onze kennis zoveel mogelijk, met als doel veilige, gezonde en vrije seksualiteit voor iedereen. Daarom geven we voorlichting, trainingen en advies aan zorg- en onderwijsprofessionals, jongeren en beleidsmakers in de gezondheidszorg.
Onderdeel van ons werk is ook de ontwikkeling van lesmateriaal relationele en seksuele vorming voor o.a. het basisonderwijs. De lesmethodes die we aanbieden, zoals ‘Kriebels in je buik’, zijn door deskundigen ontwikkeld, wetenschappelijk onderbouwd, door het RIVM erkend en voldoen aan de richtlijnen van het WHO (World Health Organization). Alle informatie die wordt gegeven is afgestemd op de leeftijd en ontwikkelingsfases van kinderen.