Zoeken

Situaties in de klas op het (voortgezet) speciaal onderwijs

Als docent sta je soms voor uitdagingen tijdens seksuele vorming op het speciaal onderwijs. Hoe ga je om met het verliefdheden, relaties, het zelfbeeld van de leerlingen, seksueel (grensoverschrijdend) gedrag en diversiteit in gender, cultuur of geloof in de klas? Lees hier vragen van andere docenten en onze antwoorden.

Belang van seksuele vorming in het speciaal onderwijs

Waarom is het belangrijk om seksuele vorming te geven in het speciaal onderwijs? Ook deze leerlingen maken een seksuele ontwikkeling door: ze worden verliefd, hebben relaties en vertonen seksueel gedrag. Daarnaast kan deze groep extra kwetsbaar zijn voor seksueel grensoverschrijdend gedrag. Relationele en seksuele vorming helpt hen verantwoorde keuzes te maken.

Lees meer over het belang> 

Vraag leerkracht speciaal onderwijs

“Mijn belangrijkste advies aan leerlingen met een lichamelijke beperking: als je in de liefde iets wilt bereiken moet je risico’s durven nemen! Schrijf jezelf niet bij voorbaat af, wees trots op jezelf en laat dat zien.”

Vraag leerkracht speciaal onderwijs

“Een van mijn leerlingen maakte tijdens de les de opmerking dat hij door zijn beperking toch nooit een partner zal vinden of seks zal hebben. Ik merkte dat hij onzeker was en bang voor afwijzing. Wat kan ik doen?”

Vraag leerkracht speciaal onderwijs

“Een onderwijsassistent vroeg mij na de les over condoomgebruik waarom we deze les aan alle leerlingen aanbieden. Ze verwacht dat een aantal van hen toch nooit seks zal hebben. Wat kan ik als docent antwoorden op deze vraag?”

1. Positief zelfbeeld creëren

Veel leerlingen met een beperking maken zich zorgen over de manier waarop de buitenwereld hen ziet. Ze zijn onzeker en vragen zich af of ze wel aantrekkelijk zijn. Hierdoor kunnen ze gevoeliger zijn voor aandacht van anderen. Wat kun je doen om een positief zelfbeeld te stimuleren?

Tips om een positief zelfbeeld te creëren 

  • Besteed extra aandacht aan de ontwikkeling van een positief zelf- en lichaamsbeeld. Je kunt leerlingen bijvoorbeeld op een tekening van een (bloot) lichaam laten aangeven wat ze mooi aan zichzelf vinden. Of je kunt ze van zichzelf of van de ander positieve karaktereigenschappen laten benoemen. Bespreek dit klassikaal na en zorg ervoor dat iedere leerling iets positiefs over zichzelf heeft genoemd of gehoord. Laat weten dat iedereen uniek is en de moeite waard. Ook kunt je leerlingen oprecht gemeende complimentjes aan elkaar laten geven. Gebruik daarvoor lesmateriaal van de lessen sociale competentie.
  • Stimuleer de zelfstandigheid en eigen inbreng van leerlingen. Hierdoor kan hun zelfvertrouwen en gevoel voor eigenwaarde toenemen. Geef je leerlingen een stem in het vormgeven van de lessen over seksuele en relationele vorming. Je kunt hiervoor de Toolkit Totally Sexy of de vragenlijst voor leerlingen gebruiken.
  • Leg uit dat mensen in de media mooier gemaakt worden dan ze in het echt zijn. In veel bestaande methodieken en aanvullende materialen zijn lessen en werkvormen hierover opgenomen. In de werkboeken Media en Hoe zie ik er uit van Strux staan goede oefeningen. Ook gebruiken veel docenten Kriebels in je buik (groep 7/8) en de afleveringen van het Liefdesplein.
  • Praat samen met leerlingen over de toekomst. Hoe zien zij hun toekomst voor zich? Welke invloed heeft de beperking? Kies altijd voor een positieve insteek, maar blijf wel realistisch. De methoden Seks@relaties.kom, StrUx en Philadelphia Leerbaar Weerbaar hebben lessen over toekomstperspectief. Ook in de spellen SeCZ Talk en Vrienden en vrijers komt het thema aan de orde.​
Opmerking leerkracht speciaal onderwijs

Een van mijn leerlingen (15) heeft op school via zijn mobieltje een pornosite bekeken. Zijn vader heeft mij hier vervolgens over geïnformeerd. Hoe reageer ik hierop?”

Vraag leerkracht speciaal onderwijs

“Een zeer moeilijk lerende leerling van 15 jaar masturbeert in de klas tijdens mijn les over seksualiteit. Hij doet dit onder zijn tafel, de andere leerlingen hebben (nog) niets gezien. Hoe reageer ik hierop? En hoe bespreek ik dit met de jongen, de klas en zijn ouders?”

2. Verliefdheid en relaties

Veel leerlingen experimenteren op deze leeftijd met relaties en verliefdheid. Zorg ervoor dat je als school een visie hebt op ‘verliefdheid en relaties op school’. Welke afspraken maak je als team? Mag er gezoend op het schoolplein? Wat zou de situatie zijn in het regulier onderwijs? Wat doe je bij een fixatie op verliefdheid? Gebruik hierbij de seksuele ontwikkelingsfasen als uitgangspunt. Bedenk je ook dat leerlingen vaak minder experimenteerruimte krijgen als leerlingen in het regulier onderwijs.

Bespreek met ouders de visie van de school op seksualiteit en seksuele vorming. Benoem ook de verantwoordelijkheid van de school. Zo kan een school in bovengenoemde casus aangeven dat zij geen verantwoordelijkheid kan dragen op het gebied van ‘op wie leerlingen verliefd worden of met wie zij verkering hebben’. Het is belangrijk om ook aan te geven waar de school wel verantwoordelijkheid draagt (lessen seksuele vorming, veiligheid, et cetera).

3. Seksueel gedrag in de klas

In het (voortgezet) speciaal onderwijs hebben docenten vaak te maken met leerlingen die ongepast of grensoverschrijdend seksueel gedragen vertonen. Door middel van het Vlaggensysteem kun je duiden of gedrag gepast of zorgwekkend is. Vervolgens kun je het gedrag begrenzen, een alternatief bieden, regels vaststellen en eventueel ouders of professionals inlichten. 

Tips bij seksueel gedrag in de klas:

  • Benoem het bedrag (en begrens het indien nodig)
  • Bied een alternatief aan of leidt af
  • Benoem dat dit privé is en daarom in de klas niet mag, maar wel in de slaapkamer
  • Stel gedragsregels op en bespreek deze tijdens de les
  • Betrek ouders of professionals

Lees meer over problemen signaleren 

4. Diversiteit in de klas

Leerlingen met een beperking hebben verschillende achtergronden (cultureel, religieus) en seksuele en gender identiteiten (lesbisch, homo, biseksueel, transgender, non-binair). Zo bestaan er in de klas verschillende opvattingen, niveaus en normen en waarden. Dit kan leiden tot confrontaties, pesten of uitsluiting. 

Tips voor omgaan met culturele of religieuze diversiteit

  • Benoem verschillende seksuele waarden en normen. Verschil mag er zijn. Er zijn geen ‘juiste’ normen en waarden.
  • Wijs leerlingen op seksuele rechten. 
  • Bespreek gevoelige onderwerpen zoals seks voor het huwelijk, homoseksualiteit en abortus als de klas elkaar al goed kent.
  • Zet geen vergrootglas op cultuur of geloof. 
  • Maak onderscheid tussen opvattingen en feiten over seks. 
  • Treed altijd op tegen discriminatie of respectloos gedrag.

Lees meer over cultuur en religie 

 

Tips voor omgaan met genderdiversiteit

  • Geef leerlingen aardigere, alternatieve woorden als ze homonegatief zijn. Gebruik eventueel het sekswoordenboek.
  • Oefen genuanceerde meningen geven met stellingen
  • Draai de rollen om in een rollenspel en laat de leerlingen hun gevoelens benoemen.
  • Nodig een LHBTI+ gastdocent uit om het menselijk te maken
  • Besteed ruimte aan seksuele voorkeur en genderidentiteit. Benoem ook mensenrechten en ideeën over gelijkheid en respect. 

 

Tips voor omgaan met diversiteit in cognitie 

  • Je kunt stof plenair bespreken. Als een leerling er nog niet aan toe is, zal deze het niet begrijpen. 
  • Zet leerlingen die verder zijn in om vragen te beantwoorden. 
  • Deel de leerlingen waar mogelijk in op kennis- of ervaringsniveau bij de lessen seksuele vorming. Vaak worden er jongens- en meidengroepen gemaakt, maar soms is het raadzaam gemengde groepen te maken die op hetzelfde niveau zitten.
  • Vraag de leerling wat zij zelf denken. Stuur bij waar nodig. 

 

 

Vraag leerkracht speciaal onderwijs

“We hebben op onze school te maken met grote niveauverschillen tussen leerlingen in dezelfde klas. Zo kan een leerling vragen wat pijpen is, terwijl een ander nog niet eens weet wat een penis is. Heeft het dan zin om plenair op de vraag over pijpen in te gaan?”

Vraag leerkracht speciaal onderwijs

“In mijn klas zitten veel leerlingen met ass. Ze hebben moeite met nuanceren en denken én benoemen zaken soms erg zwart/wit. Dit zorgt in onze klas voor veel homo-negatieve uitspraken. Hoe maak ik het onderwerp bespreekbaar en zorg ik dat deze discriminatie stopt?”

Vraag leerkracht speciaal onderwijs

“Een niet-gelovige jongen en een islamitisch meisje (beiden 17 jaar en verstandelijk beperkt) hebben verkering. Ze mogen van hun ouders verkering. Alleen mag het meisje van haar ouders geen verkering met deze jongen, omdat hij niet islamitisch is. Ze willen elkaar beiden de hele dag aanraken en afspreken buiten het gezichtsveld van de leraren. Volgens de leraren is er sprake van een fixatie op de verliefdheid. Het meisje spijbelt sinds de relatie en heeft vaker ruzie met de leraren op school”

Toepassen in het echte leven

Soms blijkt dat leerlingen wat ze op school leren lastig kunnen generaliseren naar situaties en vaardigheden in het ‘echte’ leven. Dit kan leiden tot ongewenste, onveilige seks en onbedoelde zwangerschap. Wat kun je als docent doen om dat te voorkomen?

Tips 

  • Laat leerlingen onderling vragen van elkaar beantwoorden
  • Werk met concrete en realistische voorbeelden
  • Laat leerlingen een spreekbeurt geven over veilige seks, weerbaarheid of relaties
  • Vertel leerlingen wie ze hulp kunnen vragen bij specifieke situaties, zoals als ze geen seks willen of geen condooms bij zich hebben. 

 

5. Omgaan met expliciete of persoonlijke vragen 

Tijdens lessen over seksuele vorming kunnen leerlingen je allerlei vragen stellen over seks. Je maakt het onderwerp bespreekbaar door de vragen adequaat te beantwoorden en er niet van te schrikken. Soms is dat lastig, vooral als de vragen onverwacht, persoonlijk of misschien provocerend zijn. Hoe ga je daar mee om?

  • “Met hoeveel personen bent u tot nu toe naar bed geweest?”
  • “Wat is uw lievelingsstandje?“ 
  • “Waarom hebben mensen anale seks? Dat doen alleen homo’s, toch?”

 

Manieren om te reageren op lastige vragen

  • Denk voor de les goed na over welke vragen je wel of niet wil beantwoorden. 
  • Neem tijdens de les wat tijd voordat je reageert en ga na of je hier wel persoonlijk op wilt antwoorden.
  • Ga na waar de vraag vandaan komt. Proberen de leerlingen te provoceren, verhullen ze een eigen vraag, willen ze stoer doen of alleen maar aandacht trekken? Of zijn ze oprecht geïnteresseerd in een antwoord? 
  • Honoreer de vraag. Bijvoorbeeld: “Goed dat je deze vraag durft te stellen”.
  • Nodig leerlingen uit ook zelf antwoorden te bedenken. Hierdoor kun je zien wat leerlingen zelf al weten over het onderwerp. Of laat hen zelf op zoek gaan naar informatie, bijvoorbeeld via www.sense.info.
  • Vraag door en nodig leerlingen uit zelf een mening te vormen over een onderwerp. Geef geen morele antwoorden, maar objectieve feitelijke informatie.
  • Plaats de gevraagde informatie in een breder perspectief.
  • Beantwoord een lastige vraag met een grapje, als dit past bij jouw manier van lesgeven.

 

6.Omgaan met reacties van leerlingen

Lessen seksuele vorming kunnen leiden tot uiteenlopende reacties van de leerlingen. Sommigen worden onrustig, maken grappen of dagen je uit met persoonlijke of andere ongemakkelijke vragen. Andere leerlingen wenden de hele les beschaamd het hoofd af. Hoe ga je daarmee om?

Tips hoe om te gaan met reacties van leerlingen

  • Ga niet voorbij aan dat wat er gebeurt, vraag eventueel naar uitleg van een bepaalde opmerking of grap.
  • Lastige vragen of discussies? Vraag de leerlingen wat zij zouden antwoorden of doen voordat je een antwoord geeft of ingrijpt.
  • Vertel verlegen leerlingen na de les dat het je opviel dat ze stil waren. Vraag hen wat hiervan de reden was. En of je iets kunt doen waardoor ze zich beter voelen in de volgende les.
  • Maak het persoonlijker, bijvoorbeeld door het stellen van vragen zoals: ‘Stel dat iemand iets kwetsends over jou zou zeggen …’, of ‘Wat als dit over je broer/zus gezegd zou worden?’.
  • Probeer te veralgemeniseren of persoonlijke verhalen breder te trekken door betrouwbare kennis, bijvoorbeeld bevindingen uit onderzoek, te geven.
  • Geef aan dat persoonlijke opvattingen niet goed of fout zijn; iedereen mag die hebben. Maar bij discussies hierover is het niet de bedoeling andere leerlingen opzettelijk te kwetsen.

Uw browser (Internet Explorer 11) is verouderd en wordt niet meer ondersteund. Hierdoor werkt deze website mogelijk niet juist. Installeer Google Chrome of update uw browser voor meer internetveiligheid en een beter weergave.