Zoeken

Situaties tijdens het lesgeven

Als docent sta je soms voor uitdagingen tijdens seksuele vorming op het voortgezet onderwijs. Hoe ga je om met persoonlijke of expliciete vragen, een onveilige sfeer en diversiteit in gender, cultuur of geloof binnen de klas?

Tips voor vier situaties tijdens seksuele vorming

 

1. Starten met een veilige sfeer

  • Geef in de lesintroductie aan dat iedereen zich op een eigen, unieke manier seksueel ontwikkelt. Iedereen maakt hierin zelf eigen keuzes. Op verschillende momenten en in een verschillend tempo. Hierbij geldt geen goed of fout, te snel of te langzaam, te veel of te weinig. Zo ben je lastige discussies over ‘wat/wie is normaal?’ al een stapje voor. 
  • Leg uit dat seks iets persoonlijks is en ieder voor zichzelf bepaalt of en met wie de eigen seksuele gevoelens, ervaringen, wensen en fantasieën worden gedeeld. Leerlingen hoeven dus niets te vertellen over zichzelf, maar wel opletten in de les en zo actief mogelijk meedoen. 
  • Maak tijdens de eerste les werkafspraken. Betrek de leerlingen hier actief bij door te vragen wat zij van de anderen nodig hebben om op een prettige manier te kunnen praten over seksualiteit. Zijn de regels opgesteld, besluit dan met de vraag of iedereen zich daaraan kan houden. 
  • Verwijs naar de regels aan het begin van elke les of in situaties waarbij deze (bijna) worden overtreden. 

2. Omgaan met diversiteit

In een klas kunnen leerlingen ook verschillen in opvattingen en waarden en normen over seksualiteit. Soms leidt dit tijdens lessen over seksuele vorming tot heftige discussies met confronterende of grensoverschrijdende uitlatingen. Hoe ga je daar mee om?

Tips hoe om te gaan met diversiteit

  • Probeer de voorlichting zo neutraal mogelijk te houden; de relatief liberale houding die veel atheïstische Nederlanders hebben tot relaties, voorhuwelijkse seks, homoseksualiteit en abortus kan voor sommige jongeren erg verwarrend of te confronterend zijn.
  • Geef aan dat het niet nodig is dat iedereen het met elkaar eens wordt, maar dat begrip en acceptatie van elkaars opvattingen, een uiting is van respect.
  • Wees nieuwsgierig, vraag leerlingen om hun mening te verduidelijken in plaats van afkeurend te reageren. Door dit te doen, stimuleer je mogelijk een open houding tussen leerlingen onderling.
  • Wees je ervan bewust dat groeps- en individuele opvattingen over seksualiteit niet alleen tussen, maar ook binnen een cultuur of religie (kunnen) verschillen.
  • Benoem de verschillen tussen culturen en religies, maar sta vooral stil bij de overeenkomsten.
  • Laat de leerlingen vooral zelf uitleggen welke betekenis ze zelf geven aan seksualiteit.
  • Probeer bij het bespreken van seksualiteit onderscheid te maken tussen (medische of wetenschappelijke) feiten en meningen. Laatstgenoemde zijn gebaseerd op persoonlijke ervaring, opvoeding, geloof en cultuur.
  • Het is wel belangrijk dat je als docent ingrijpt als leerlingen zich onderling normatief of respectloos uitlaten. Denk bijvoorbeeld aan uitlatingen als ‘Marokkanen zijn ..’, ‘jongens willen altijd’ of ‘homo’s zijn vies’.
  • Wijs de leerlingen op de internationale seksuele rechten, ondertekend door 140 landen, die stellen dat jongeren het recht hebben om goed geïnformeerd te zijn en zelf te kunnen bepalen of, wanneer, met wie, en hoe vaak ze seks willen hebben.

3. Omgaan met expliciete of persoonlijke vragen

Tijdens lessen over seksuele vorming kunnen leerlingen je allerlei vragen stellen over seks. Je maakt het onderwerp bespreekbaar door de vragen adequaat te beantwoorden en er niet van te schrikken. Soms is dat lastig, vooral als de vragen onverwacht, persoonlijk of misschien provocerend zijn. Hoe ga je daar mee om?

  • “Met hoeveel personen bent u naar bed geweest?”
  • “Wat is uw favoriete standje?“ 
  • “Waarom hebben mensen anale seks? Dat doen alleen homo’s, toch?”

Manieren om te reageren op lastige vragen

  • Denk voor de les goed na over welke vragen je wel of niet wilt beantwoorden. 
  • Neem tijdens de les wat tijd voordat je reageert en ga na of je hier wel persoonlijk op wilt antwoorden.
  • Ga na waar de vraag vandaan komt. Proberen de leerlingen te provoceren, verhullen ze een eigen vraag, willen ze stoer doen of alleen maar aandacht trekken? Of zijn ze oprecht geïnteresseerd in een antwoord? 
  • Honoreer de vraag. Bijvoorbeeld: “Goed dat je deze vraag durft te stellen”.
  • Nodig leerlingen uit ook zelf antwoorden te bedenken. Hierdoor kun je zien wat leerlingen zelf al weten over het onderwerp. Of laat hen zelf op zoek gaan naar informatie, bijvoorbeeld via www.sense.info.
  • Vraag door en nodig leerlingen uit zelf een mening te vormen over een onderwerp. Geef geen morele antwoorden, maar objectieve feitelijke informatie.
  • Plaats de gevraagde informatie in een breder perspectief.
  • Beantwoord een lastige vraag met een grapje, als dit past bij jouw manier van lesgeven.

 

4. Omgaan met reacties van leerlingen

Lessen seksuele vorming kunnen leiden tot uiteenlopende reacties van de leerlingen. Sommigen worden onrustig, maken grappen of dagen je uit met persoonlijke of andere ongemakkelijke vragen. Andere leerlingen wenden de hele les beschaamd het hoofd af. Hoe ga je daarmee om?

Tips hoe om te gaan met reacties van leerlingen

  • Ga niet voorbij aan dat wat er gebeurt, vraag eventueel naar uitleg van een bepaalde opmerking of grap.
  • Lastige vragen of discussies? Vraag de leerlingen wat zij zouden antwoorden of doen voordat je een antwoord geeft of ingrijpt.
  • Vertel verlegen leerlingen na de les dat het je opviel dat ze stil waren. Vraag hen wat hiervan de reden was. En of je iets kunt doen waardoor ze zich beter voelen in de volgende les.
  • Maak het persoonlijker, bijvoorbeeld door het stellen van vragen zoals: ‘Stel dat iemand iets kwetsends over jou zou zeggen …’, of ‘Wat als dit over je broer/zus gezegd zou worden?’.
  • Probeer te veralgemeniseren of persoonlijke verhalen breder te trekken door betrouwbare kennis, bijvoorbeeld bevindingen uit onderzoek, te geven.
  • Geef aan dat persoonlijke opvattingen niet goed of fout zijn; iedereen mag die hebben. Maar bij discussies hierover is het niet de bedoeling andere leerlingen opzettelijk te kwetsen.
Wat je verder kunt doen

Geef in de lesintroductie aan dat iedereen zich op een eigen, unieke manier seksueel ontwikkelt. Iedereen maakt hierin zelf eigen keuzes. Op verschillende momenten en in een verschillend tempo. Hierbij geldt geen goed of fout, te snel of te langzaam, te veel of te weinig. Zo ben je lastige discussies over ‘wat/wie is normaal?’ al een stapje voor.

Wat je verder kunt doen

Leg uit dat seks iets persoonlijks is en ieder voor zichzelf bepaalt of en met wie de eigen seksuele gevoelens, ervaringen, wensen en fantasieën worden gedeeld. Leerlingen hoeven dus niets te vertellen over zichzelf, maar wel opletten in de les en zo actief mogelijk meedoen.

Wat je verder kunt doen

Maak tijdens de eerste les werkafspraken. Betrek de leerlingen hier actief bij door te vragen wat zij van de anderen nodig hebben om op een prettige manier te kunnen praten over seksualiteit. Zijn de regels opgesteld, besluit dan met de vraag of iedereen zich daaraan kan houden.

Wat je verder kunt doen

Verwijs naar de regels aan het begin van elke les of in situaties waarbij deze (bijna) worden overtreden.

Uw browser (Internet Explorer 11) is verouderd en wordt niet meer ondersteund. Hierdoor werkt deze website mogelijk niet juist. Installeer Google Chrome of update uw browser voor meer internetveiligheid en een beter weergave.