Studenten voorbereiden op onderwijs seksuele voorlichting
Je wilt studenten goed voorbereiden op het geven van seksuele vorming als zij later leraar zijn in het voortgezet onderwijs of het mbo. Waar moet je op letten?
Wat moeten de studenten leren?
Bij seksuele vorming binnen lerarenopleidingen bereid je jouw studenten voor op het later zelf gaan geven van seksuele vorming. Hiervoor dienen zij te beschikken over een aantal competenties op het gebied van kennis, attitude en vaardigheden.
Kennis
Het is belangrijk dat aanstaande docenten kennis hebben over:
- verschillende benaderingen van seksuele vorming,
- over de seksuele ontwikkeling en de seksuele gezondheid van jongeren en
- over geschikte lesmethoden seksuele vorming.
Attitude
- bewustzijn van de eigen waarden en normen over seksualiteit
- het belang van seksuele vorming kunnen onderschrijven
Vaardigheid
- het creëren van een veilige sfeer
- het omgaan met diversiteit
- het (tijdig) signaleren van seksuele problemen
Het is belangrijk om de lessen te laten aansluiten bij hetgeen in de kennisbasis van de lerarenopleidingen Biologie en Gezondheidszorg & Welzijn over het thema is opgenomen.
Tips bij voorbereiding van studenten op seksuele voorlichting
1. Kies lesmateriaal dat aansluit op tijd en ruimte voor het thema
De keuze voor lesmateriaal en werkvormen zal mede afhankelijk zijn van de beschikbare tijd en de ruimte voor het thema binnen het curriculum. Voor de lerarenopleidingen Biologie en Gezondheidszorg & Welzijn is een toolkit ‘Aandacht voorGezonde relaties & seksualiteit’ ontwikkeld voor docenten en studenten.
In de handleiding staan de benodigde competenties van startbekwame leraren seksuele vorming beschreven, alsmede de leerdoelen met daaraan gekoppeld lessuggesties.
Ga naar de toolkit2. Ken jezelf
Seksualiteit is een persoonlijk en intiem thema. Het is daarom goed om stil te staan bij jouw eigen opvattingen over relaties en seksualiteit, de aanpak van seksuele vorming en jouw rol als docent. Heb je vooral aandacht voor cognitieve-of eerder voor sociaal-emotionele aspecten? Of richt jij je op beide aspecten?
3. Ken jouw klas
In een klas tref je een diversiteit aan studenten. Studenten kunnen verschillen in sekse, leeftijd, werkervaring, ervaringen op het gebied van seksualiteit, in seksuele oriëntatie en in culturele achtergrond. Het is goed om hier aandacht voor te hebben, ook omdat studenten hier later in hun werk mee te maken (kunnen) krijgen.
4. Zorg voor een veilige sfeer
Gezien de intieme aard van het thema is het belangrijk om een veilige sfeer te creëren. Een aantal tips:
- Maak afspraken zoals elkaar laten uitspreken, elkaar niet uitlachen, elkaars mening respecteren, persoonlijke zaken niet doorvertellen.
- Begin met makkelijke en veilige werkvormen, bijvoorbeeld werken in kleine groepjes.
- Geef aan dat studenten altijd bij je terecht kunnen met vragen of problemen.
Deze tips kunnen de studenten later ook gebruiken als zij zelf lesgeven. Meer tips voor en een filmpje over het creëren van een veilige sfeer vindt u op monitorlerensignaleren.nl.
5. Evalueer de les
Vraag na de lessen aan de studenten wat zij van de lessen vonden en wat zij ervan meenemen voor hun latere beroepsuitoefening.
6. Creëer draagvlak en zorg voor een plek in het curriculum
Als er binnen de opleiding draagvlak is voor het thema of als het thema is opgenomen in het curriculum, sta je als docent sterker. Zo kan het thema bij Gezondheidszorg & Welzijn onderdeel zijn van het vak ‘Leefstijl’, waarbij de leefwereld van jongeren centraal staat. Bij Biologie maakt het thema soms deel uit van een vak waarbij de psychosociale aspecten meer centraal staan zoals ‘Jongeren en gezondheid’. Het kan ook onderdeel zijn van vakken als ’Fysiologie van de voortplanting’ met een meer anatomische/fysiologische insteek.