Zoeken
Onderzoek

Peiling relationele en seksuele vorming in het basisonderwijs onder schoolleiders 2022

In deze peiling komen schoolleiders aan het woord over relationele en seksuele vorming in het basisonderwijs.

Peiling onder 412 schoolleiders

In totaal hebben er 412 schoolleiders uit het basisonderwijs meegedaan aan de peiling. De steekproef was representatief voor alle Nederlandse basisscholen wat betreft denominatie en schoolregio.

Download het complete rapport (PDF)

De belangrijkste resultaten zijn:

  1. Veruit de meeste schoolleiders (92,2%) geven aan dat er op hun school relationele en seksuele vorming gegeven wordt. Op ongeveer 1 van de 13 (7,8%) scholen wordt geen aandacht besteed aan relationele en seksuele vorming (RSV). Veelgenoemde redenen hiervoor zijn dat er onvoldoende expertise binnen het leerkrachtenteam is om RSV te geven, dat het thema al in andere lesmethoden zit (bijvoorbeeld Leefstijl, Sociale Vaardigheid- en Weerbaarheidsonderwijs) en/of dat er geen kennis is over geschikt materiaal om RSV te geven.
  2. Ongeveer 8 op de 10 basisscholen geeft jaarlijks RSV, namelijk in projectweken of periodes en/of het hele jaar door. Iets meer dan een derde (37,9%) van de scholen geeft structureel RSV, dat wil zeggen: jaarlijks met een erkende methode voor RSV. 29,1% van de basisscholen in Nederland geeft complete structurele RSV, dat wil zeggen: vanaf groep 1 t/m groep 8 (doorlopende leerlijn) met een erkende methode voor RSV.
  3. 187 scholen (43,2% van alle scholen) geven aan mee te doen aan de Week van de Lentekriebels en besteden dan gemiddeld 5,2 uren aan RSV.
  4. Ongeveer de helft van alle scholen (49,3%) besteedt vanaf groep 1 aandacht aan RSV. Het aantal scholen dat RSV geeft, neemt elk leerjaar toe. Veruit de meeste kinderen in de bovenbouw (75,5% in groep 7 en 80,1% in groep 8) krijgen les over relationele en seksuele vorming. In totaal zijn er 156 (37,9%) scholen die in groep 8 structureel met een erkende methode RSV geven. 174 scholen (42,2%) geven in groep 8 les zonder erkende methode. De gemiddelde hoeveelheid uren die per leerjaar gebruikt wordt voor structurele RSV neemt elk jaar toe: in groep 1 is dit gemiddeld 11,8 uur en in groep 8 is er gemiddeld 15,4 uur gereserveerd voor RSV.
  5. Onderwerpen die relatief veel aandacht krijgen in de onderbouw zijn: Verliefdheid en relaties, Lichamelijke overeenkomsten en verschillen tussen jongens en meisjes (o.a. geslachtsdelen) en Zelfbeeld. In de middenbouw is er naast deze thema’s ook wat meer aandacht voor Seksuele weerbaarheid (wensen en grenzen aangeven). In de bovenbouw krijgt meer dan de helft van de leerlingen – naast eerder genoemde thema’s – ook lessen over: Lichamelijke ontwikkeling (o.a. puberteit), Veiligheid online (bijvoorbeeld sexting, online shaming, grooming), (Acceptatie van) seksuele diversiteit (lhbti+), Voortplanting en gezinsvorming en Media (o.a. porno).
  6. Er is ook een aantal thema’s dat minder aandacht krijgt op de basisschool. Ongeveer de helft van de basisschoolleerlingen krijgt les over seksuele grensoverschrijding (seksueel misbruik). Minder dan de helft van de basisschoolleerlingen krijgt op hun school les over: (Acceptatie van) genderdiversiteit, Veilig vrijen (preventie onbedoelde zwangerschap), Genderrollen en gendergelijkheid, Consent (toestemming), Veilig vrijen (preventie soa) en Seksueel plezier.
  7. Bijna driekwart van de schoolleiders (n = 283; 74,5% van de 380 schoolleiders die wel RSV gaven) vindt dat er (nagenoeg) precies voldoende aandacht voor RSV is op hun school. Ongeveer 1 op de 5 schoolleiders (n = 79; 20,8%) vindt dat er te weinig aandacht is voor RSV. Over het algemeen zijn de schoolleiders tevreden over de inhoud van RSV: 33 scholen (8,7% van de scholen die RSV gaven) zijn heel erg tevreden en 254 (66,8%) zijn tevreden. Slechts 17 schoolleiders (4,5%) zijn ontevreden.
  1. Bijna alle schoolleiders vinden dat de leerkrachten op hun school genoeg kennis en vaardigheden hebben om relationele en seksuele vorming te geven: 345 (90,8% van de scholen waarop RSV wordt gegeven) schoolleiders geven aan dat de leerkrachten voldoende, ruim voldoende of veel kennis en vaardigheden hebben. Op de meeste scholen (268; 70,5% van de scholen die RSV geven) worden de leerkrachten niet getraind in het geven van relationele en seksuele vorming
  2. Op de meeste scholen (306 scholen; 80,5% van de scholen die RSV geven) worden ouders betrokken bij RSV. Dat wordt meestal (269; 70,8%) gedaan via een nieuwsbrief, schoolkrant, e-mail of app. Ongeveer een vijfde van de scholen (75 scholen; 19,7%) gaat (ook) in gesprek met ouders, bijvoorbeeld op een ouderavond.
  3. De meeste scholen (n = 198; 52,1% van de scholen die RSV geven) hebben door COVID in het afgelopen schooljaar (2020-2021) minder aandacht in de klas kunnen besteden aan RSV dan in een normaal schooljaar.
  4. De meeste scholen (271 scholen; 71,3% van de scholen die RSV geven) geven al minstens vijf jaar RSV en bijna alle scholen (368; 96,8%) die nu RSV geven zijn ook van plan dat in de toekomst te blijven doen.

 

Download het complete rapport (PDF)
Onderzoeken

Gerelateerd

Bekijk ook onze andere onderzoeken.

Uw browser (Internet Explorer 11) is verouderd en wordt niet meer ondersteund. Hierdoor werkt deze website mogelijk niet juist. Installeer Google Chrome of update uw browser voor meer internetveiligheid en een beter weergave.