Signalering van seksueel grensoverschrijdend gedrag in het basisonderwijs
Seksuele en relationele problemen zijn er van relatief onschuldig zoals liefdesverdriet tot zeer ernstig: ontdekken dat je collega die seksueel contact met een leerling heeft. Het is belangrijk dat jij als docent weet welke systemen er zijn zodat je jouw leerlingen kunt helpen. Hieronder lees je verschillende problemen, hoe je deze signaleert en vervolgens hierop reageert.
Relationele en seksuele problemen
Op het gebied van relaties en seksualiteit kunnen voor leerlingen verschillende problemen spelen:
- Liefdesverdriet, jaloezie en overspel
- Seksueel misbruik,
- Seksuele grensoverschrijding
- Problemen rondom de seksuele voorkeur of geconfronteerd worden met pestgedrag
Signalen van relationele of seksuele problemen
Mogelijke signalen dat er iets aan de hand is:
- Concentratieproblemen, achteruitgang in leerprestaties, spijbelen, niet actief deelnemen aan de lessen
- Zeer meegaand gedrag, of juist agressief en opstandig gedrag
- Neiging tot isoleren, depressieve gevoelens
- Geen aansluiting bij de groep
- Angstige en emotionele reacties, bijvoorbeeld schrikreactie bij aanraken
- Extreem seksueel uitdagend gedrag
- Seksueel gedrag dat niet passend is bij de leeftijd
Kwetsbare leerlingen
Leerlingen met een negatief zelfbeeld of leerlingen die verminderd weerbaar zijn lopen soms hogere seksuele risico’s dan andere leerlingen. Ook de opvoedingssituatie thuis kan hierop van invloed zijn. Het is aan de school om deze leerlingen goed in de gaten te houden en bij twijfel of zorgen contact op te nemen met de jeugdgezondheidszorg of een opvoedondersteuner.
Uitsluiting van lhbti+ leerlingen
Een leerling die zich (mogelijk) homoseksueel, lesbisch of trans voelt, kan zich door pestgedrag erg onzeker voelen, zich terugtrekken en zelfs depressief worden. Het is zaak om op school ook voor deze leerlingen een veilig schoolklimaat te creëren.
Tips tegen pestgedrag:
- Spreek leerlingen die zich doe kinderen pesten of uitsluiten op hun gedrag
- Als een leerling het woord (bijv. “homo”) als scheldwoord gebruikt, moet dat altijd worden gecorrigeerd.
- Lessen over relatievorming en seksuele diversiteit kunnen een respectvolle omgang bevorderen.
Tips over signaleren en reageren
- Heb kennis van de relationele en seksuele ontwikkelingsfasen van leerlingen en weet welk gedrag wel of niet schadelijk of zorgwekkend is.
- Weet welke leerlingen extra kwetsbaar zijn en wat de gevolgen of impact is van seksueel grensoverschrijdend of ongezond gedrag.
- Bespreek op tijd jouw zorgen over leerlingen met het team of andere collega’s.
- Als je bepaald gedrag signaleert, vraag dan door op feiten en beleving om te beoordelen of er sprake is van grensoverschrijdend gedrag.
- Heb niet alleen aandacht voor mogelijke slachtoffers of plegers, maar ook voor getuigen van seksueel gedrag.
- Bedenk dat bepaalde symptomen ook kunnen wijzen op ervaringen met seksuele grensoverschrijding of seksuele intimidatie buiten de school.
- Neem bij twijfel of zorgen over het seksuele gedrag contact op met de jeugdgezondheidszorg in de regio of bespreek dit in het ZAT-team.
- Maak bij seksueel geweld en seksueel misbruik gebruik van de meldcode.
- Laat leerlingen weten bij wie ze terecht kunnen als er problemen zijn en waar zij betrouwbare informatie of steun kunnen vinden. Denk aan de vertrouwenspersoon, mentor of de Kindertelefoon.
Wat is seksueel grensoverschrijdend gedrag?
Het kan voorkomen dat leerlingen in je klas seksueel grensoverschrijdend gedrag vertonen. Bijvoorbeeld een klasgenoot uitschelden voor “slet” of ‘’hoer”, via mobiel seksueel getinte filmpjes maken en verspreiden, een ander in de billen of borsten knijpen, iemand plotseling zoenen of seksueel intimideren.
Vlaggensysteem
Een hulpmiddel hierbij is het Vlaggensysteem. Daarin staat een aantal criteria beschreven om het mogelijk grensoverschrijdende gedrag te toetsen:
- Is er wederzijdse toestemming? Wil de leerling het zelf? Wil de ander het ook? Vinden ze het allebei prettig?
- Is het gedrag vrijwillig? Kiest de leerling er vrijwillig voor om dit te doen? Durft/kan hij of zij nee zeggen? Is er sprake van machtsmisbruik, dwang of druk.
- Is er sprake van gelijkwaardigheid? Zijn de leerlingen gelijkwaardig aan elkaar qua leeftijd, kennis, intelligentie, rijpheid, et cetera.
- Is het gedrag leeftijdsadequaat? Past het gedrag bij de seksuele ontwikkelingsfase van de leerling? Doet de leerling niets waar hij/zij te jong/oud voor is?
- Is het gedrag passend in die context (klas, school, schoolplein)?
- Is het gedrag respectvol? Veroorzaakt het gedrag fysieke, emotionele of psychische schade bij de leerling zelf of bij een ander? Overziet het kind de gevolgen van zijn of haar gedrag?
Is het antwoord op één van de bovenstaande vragen ja, dan is er sprake van (licht) grensoverschrijdend gedrag. Het Vlaggensysteem geeft tips hoe je als leerkracht kunt handelen.
Tips bij grensoverschrijdend gedrag
- Geef van tevoren aan dat leerlingen altijd bij jou terecht kunnen als zij vragen of problemen hebben. Dat ze dit ook na de les of per mail kunnen doen.
- Introduceer de vertrouwenspersoon in de klas en laat deze de werkwijze toelichten.
- Zorg er voor dat je op de hoogte bent van de signalerings-, hulp- en verwijsstructuur binnen jouw school en van hulp- en adviesmogelijkheden (Sense in de regio).
- Als je problemen signaleert of vermoedens hebt, breng dit ter sprake in een persoonlijk gesprek. Beloof geen geheimhouding, maar wel discretie en zorgvuldigheid bij het vervolgtraject.
- Wees op de hoogte van de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld en de meldplicht en aangifteplicht seksueel misbruik in het onderwijs.
Seksueel misbruik
Ook is het belangrijk om alert te zijn op symptomen van gedrag die kunnen wijzen op ervaringen met seksueel misbruik. Een leerling met een dergelijke ervaring kan zich isoleren, schuldig voelen of juist seksueel uitdagend gedragen.
Heb je een vermoeden dat een kind seksueel is misbruikt of betrokken is geweest bij een vorm van seksuele intimidatie of seksueel misbruik, dan is actie op zijn plaats. Wat er dan precies moet gebeuren en wat de verantwoordelijkheid is van de leerkracht of de school, zal per situatie verschillen.
De meeste scholen hebben een protocol hoe te handelen bij seksueel misbruik en hebben een vertrouwenspersoon. In het protocol staat precies vermeld wat er gedaan moet worden. Bij een vermoeden van seksueel misbruik buiten de school kun je het beste contact opnemen met Veilig Thuis. Tel: 0800-2000. Of kijk op een van de volgende websites:
- www.zorgwijzer.nl
- www.kindermishandeling.info
- www.onderwijsinspectie.nl.
- www.centrumseksueelgeweld.nl
Een leerling kan jou ook in vertrouwen nemen en je vertellen over een ervaring met seksueel misbruik. Probeer in dat geval goed te luisteren. Stel geen beschuldigende vragen en probeer niet emotioneel (geschrokken, boos of verontwaardigd) te reageren. Beloof het kind geen geheimhouding, maar ga in overleg met het kind praten met de vertrouwenspersoon op school of bel met Veilig Thuis.
Meldplicht
Meldplicht seksueel misbruik in het onderwijs
Als je het vermoeden hebt dat er misbruik is, ben je verplicht dit te melden aan het schoolbestuur. Ook als een leerling of collega jou iets in vertrouwen heeft verteld. Het bestuur schakelt een vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs in. Deze is er voor het slachtoffer en heeft geheimhoudingsplicht. Het schoolbestuur is verplicht aangifte te doen als er een redelijk vermoeden is dat de melding klopt.
Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld
In vijf stappen helpt de meldcode jou vanaf het moment dat jij een probleem signaleert tot het besluit of je een melding doet bij Veilig Thuis. De meldcode is er voor al je vermoedens van fysiek geweld, maar ook psychisch of seksueel geweld en verwaarlozing. Je bent verplicht om deze code te volgen op het moment dat jij vermoedt dat één van deze problemen voor jouw leerling speelt.