Signaleren van problemen op het speciaal onderwijs
Seksuele en relationele problemen zijn er van relatief onschuldig zoals liefdesverdriet tot zeer ernstig. Van seksueel grensoverschrijdend gedrag tot seksueel misbruik en onbedoelde zwangerschap. Sommige leerlingen worstelen met hun seksuele of genderidentiteit en worden daarmee gepest. Hoe kun je dit als leerkracht tijdig signaleren en zorgen voor goede opvang en begeleiding?
Relationele en seksuele problemen
Op het gebied van seksualiteit en relaties kunnen voor leerlingen verschillende problemen spelen:
- Liefdesverdriet, jaloezie en overspel
- Ongewenste zwangerschap, abortus
- Soa’s
- Seksueel misbruik, seksuele grensoverschrijding
- Problemen rondom de seksuele voorkeur of geconfronteerd worden met homonegativiteit
- Seksuele problemen, zoals pijn bij het vrijen of problemen met klaarkomen
Signalen van seksuele of relationele problemen
Het is moeilijk om te weten of er een probleem is, omdat het gedrag zich vaak ergens anders afspeelt en leerlingen niet snel over seksuele problemen praten. Ook kunnen sommige signaleren gerelateerd zijn aan de beperking van een leerling. Signalen waar je op kunt letten zijn:
- Gedrags- en psychologische signalen, bijvoorbeeld: lage zelfwaardering, angstige of depressieve gevoelens, agressie en opstandigheid, zeer meegaand gedrag, wantrouwen, (seksueel) uitdagend gedrag, achteruitgang in leerprestaties, concentratieproblemen, slaaptekort
- Signalen met betrekking tot beweging en houding: schrikreactie bij aanraken, negatief lichaamsbeeld, zich niet durven bewegen (benen en billen stijf tegen elkaar houden), niet durven uitkleden bij gym, geen spontaan bewegingsspel
- Lichamelijke signalen: buik- of hoofdpijn, vermoeidheid, jeuk aan de geslachtsdelen, verhoogde neiging tot braken
- Overige signalen: opeens met dure luxe kleren of artikelen lopen, opscheppen over nieuwe veel oudere vriend, plotseling veel zakgeld hebben
Tips bij relationele of seksuele problemen zonder grensoverschrijding
- Bij liefdesverdriet, jaloezie en overspel zijn erkenning van het probleem en het tonen van medeleven soms al voldoende.
- Geef van tevoren aan dat leerlingen altijd bij jou terecht kunnen als zij vragen of problemen hebben. Dat ze dit ook na de les of per mail kunnen doen
Wat is seksueel grensoverschrijdend gedrag?
Bij seksueel grensoverschrijdend gedrag gaat het om gedrag of toenaderingen die seksueel van aard zijn en de grenzen van het slachtoffer overschrijden. Dit kan al dan niet fysiek zijn (De Haas, 2012). Met het Vlaggensysteem kun je inschatten of seksueel gedrag overschrijdend is of onschuldig.
Zes criteria om grensoverschrijdend gedrag te bepalen
- Is er wederzijdse toestemming?
- Is er vrijwilligheid?
- Is er gelijkwaardigheid?
- Past het gedrag bij leeftijd en ontwikkeling?
- Kan het gedrag in deze omgeving en context?
- Wat is de impact?
Als er geen 5x ja en weinig impact is, moet je als leerkracht ingrijpen. Wat je het beste kunt doen is afhankelijk van de ernst van de situatie. Bij leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs ontbreekt vaak een duidelijk referentiekader.
Bekijk meer informatie over het vlaggensysteem
Tips bij grensoverschrijdend gedrag
- Soms is afleiden of benoemen en begrenzen voldoende.
- Soms moet je gedrag beslist begrenzen. Je moet dan consequenties aan het gedrag verbinden, zoals een waarschuwing of straf als het gedrag nogmaals voorkomt of beloning als het gedrag uitblijft.
- In ernstige gevallen moet je het gedrag verbieden en ingrijpen, zodat dit niet nogmaals voor kan komen.
- Heb je twijfels? Bespreek jouw twijfels met collega’s en een zorgprofessional, zoals bijvoorbeeld een intern begeleider of een gedragsdeskundige
- Geef van tevoren aan dat leerlingen altijd bij jou terecht kunnen als zij vragen of problemen hebben. Dat ze dit ook na de les of per mail kunnen doen
- Als je problemen signaleert of vermoedens hebt, volg dan het protocol. De gesprekstechniek om te achterhalen wat er is gebeurd is iets wat door een speciaal opgeleide professional moet gebeuren.
Ongeplande zwangerschap
Leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs lopen meer risico om ongepland zwanger te raken of iemand ongepland zwanger te maken. Een leerling staat bij een ongeplande zwangerschap voor een lastige keuze. Deze moet beslissen of ze het kind zelf wil opvoeden, ter adoptie af wil staan of laten aborteren. De stress rondom het maken van deze keuze kan leiden tot een verhoogde kans op (psychosociale) gezondheidsklachten. Leerlingen met een beperking hebben bovendien vaak vragen op het gebied van erfelijkheid, opvoedingsmogelijkheden en toekomstperspectief.
Tips bij een leerling met een (ongewenste) zwangerschap
- Overleg met collega’s Meld het bij de directie en bespreek de situatie. Overleg ook met de directie wat u wel en niet met de andere leerlingen bespreekt.
- Vroegtijdig schoolverlaten RADAR heeft een protocol geschreven rondom vroegtijdig schoolverlaten van zwangere meiden en jonge moeders. Gebruik het protocol en het bijbehorende implementatieplan om schooluitval te voorkomen.
- Preventie Besteed in de klas aandacht aan (ongeplande) zwangerschap. Neem het onderwerp bijvoorbeeld mee in de reguliere lessen seksuele vorming over voortplanting, geslachtsgemeenschap en anticonceptie.
- Eén op één Bespreek met de leerling in een één-op-één gesprek of zij nog bij de lessen seksuele vorming aanwezig wil zijn. Geef een aantal opties (als het niet goed voelt, kun je uit de les stappen). Houd rekening met de grenzen van de leerling en met de situatie in de klas.
Seksuele en genderidentiteitsontwikkeling
Leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs kunnen worstelen met hun eigen seksuele of genderidentiteit. Zelfacceptatie en sociale acceptatie in de klas zijn niet altijd vanzelfsprekend. Hoe kun je als leraar respectvolle omgang stimuleren en een veilige leeromgeving creëren? En hoe kun je psychosociale problemen signaleren?
Seksuele oriëntatie
Vanaf een jaar of 10 kunnen leerlingen voor het eerst verliefde gevoelens ervaren of zich aangetrokken voelen tot iemand van hetzelfde geslacht. Leerlingen kunnen in de war raken van deze gevoelens en ze (nog) niet als homoseksueel of biseksueel benoemen of dit niet meteen willen of durven vertellen. Hier gaan leerlingen verschillend mee om.
Transgender
Transgender is een overkoepelende term die wordt gebruikt voor mensen bij wie het geboortegeslacht en de genderidentiteit niet overeenkomen. Iemand heeft bijvoorbeeld geslachtskenmerken van een meisje, maar voelt zich man en wil ook als man door het leven gaan. Dit is geen seksuele oriëntatie, maar gaat over identiteit. Er zijn dus homo-, bi- en heteroseksuele transgenders. Voor veel transgenders is de puberteit een onprettige periode, omdat de biologische geslachtskenmerken zich tijdens de puberteit verder ontwikkelen. Het is belangrijk dat er in de omgeving steun geboden wordt.
Veilige leeromgeving
Als een leerling zich niet volgens de verwachte gendernormen gedraagt, kan dit negatieve reacties uit de omgeving oproepen. Dit terwijl het exploreren van de eigen genderidentiteit en het uiten van meer of minder jongens- of meisjesachtig gedrag gezond en normaal is. Negatieve reacties hierop uit de omgeving kan bij leerlingen sociale, emotionele of psychische problemen veroorzaken. ‘Transgender: een toegankelijke gids’ is een gids met informatie over transgender voor leerlingen in het (V)SO
Tips voor een veilige omgeving
- Neem gevoelens van een leerling serieus. Het lijkt een open deur, maar al te vaak worden variaties in gendergedrag niet geaccepteerd. Geef leerlingen de ruimte en benoem sociale druk om aan specifieke normen te voldoen. Benoem gendervariaties en besteed hier in de lessen specifiek aandacht aan.
- Maak het expliciet bespreekbaar. Benoem begrippen en licht ze toe. Weten leerlingen wat de begrippen betekenen? En welke impact scheldwoorden en uitsluiting op leeftijdsgenoten hebben?
- Besteed aandacht aan de invloed van cultuur en religie op seksuele en genderidentiteit. Gebruik hiervoor als achtergrondinformatie zoals ‘Zwijgen is zonde’ of de informatie op sense.info. Kader informatie in vanuit het mensenrechtenperspectief en vertel dat mannen met elkaar mogen trouwen in Nederland en vrouwen ook.
- Benoem de rol van de media als het gaat over genderstereotiepe beeldvorming. Vraag leerlingen om beelden van mannen en vrouwen op te zoeken. Laat ze deze beelden vervolgens vergelijken met mannen en vrouwen in hun omgeving. Zien ze er hetzelfde uit? Wat is er anders? Benoem gendervariaties en het unieke van elke persoon.