Zoeken
Onderwerp

Beperking

Leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs doorlopen deels dezelfde seksuele ontwikkeling als leerlingen in het reguliere onderwijs. Ze hebben dezelfde seksuele interesses en worden even vaak verliefd. Maar door hun beperking ervaren ze ook een aantal belemmeringen.

De seksuele ontwikkeling begint zodra je geboren wordt. Iedereen ontwikkelt zich op zijn eigen manier en in een eigen tempo. Dat geldt ook voor leerlingen met een beperking of (ontwikkelings)stoornis en voor ontwikkeling op overige vlakken zoals bijvoorbeeld de sociaal-emotionele ontwikkeling, de lichamelijke ontwikkeling en de cognitieve ontwikkeling. De seksuele ontwikkeling heeft veel te maken met de lichamelijke ontwikkeling, maar ook met de emotionele ontwikkeling, waarbij kinderen leren relaties aan te gaan en verliefd worden.

Bij kinderen met een cognitieve beperking kan het zijn dat zij minder makkelijk en snel leren, en informatie soms moeilijker tot zich nemen. Daarom is het belangrijk om in het lesgeven aan te sluiten op het niveau en de ontwikkeling van het kind.

Seksuele ontwikkeling gaat over

  • je lichaam
  • verliefdheid
  • vriendschap
  • relaties
  • voortplanting
  • gender
  • sekse
  • seksuele gevoelens
  • seksuele voorkeur
  • media
  • normen en waarden
  • wensen en grenzen
  • weerbaarheid
  • veilige en prettige seks
  • anticonceptie
  • soa’s

Ervaren belemmeringen en mogelijke risico’s

  1. Gebrek aan informatie
    Leerlingen in het (v)so komen moeilijker aan informatie over seksualiteit. Ook omdat ze soms specifieke informatie nodig hebben die niet of moeilijk te vinden is.
  2. Minder autonomie en privacy 
    Leerlingen in het (v)so zijn vaker afhankelijk van zorg door anderen. Hierdoor hebben deze leerlingen minder autonomie en privacy, wat de seksuele ontwikkeling remt. Ze kunnen bijvoorbeeld minder makkelijk zelfstandig uitgaan. Daarnaast zitten leerlingen in het (v)so ook vaker in een afhankelijkheidspositie. Dat kan hen kwetsbaar maken voor grensoverschrijding. Aangeleerde hulpeloosheid kan hier op de loer liggen en kinderen kunnen minder gestimuleerd worden om hun eigen keuzes (en ook fouten) te maken.
  3. Kleiner sociaal netwerk
    Het sociale netwerk van leerlingen in het (v)so is kleiner. Ze kunnen hierdoor minder experimenteren met relaties en seksualiteit en doen hun eerste seksuele ervaringen later op.
  4. Lager zelfbeeld
    De meeste leerlingen in het (v)so hebben het gevoel anders te zijn. Hier kunnen ze onzeker van worden. Leerlingen krijgen vaker te maken met faalervaringen, wat kan zorgen voor een lage zelfwaardering. Dit maakt hen extra kwetsbaar voor seksueel misbruik.
  5. Communicatieproblemen
    Alle leerlingen in het (v)so hebben te maken met communicatieproblemen. Ze missen bepaalde nuances in communicatie, waardoor er zeer expliciet gecommuniceerd moet worden. In het onderwijs, maar ook in een relatie tussen partners onderling.
Mijn zoon loopt gemakkelijk mee met vrienden. Ik ben bang dat hij in zo’n groep grensoverschrijdend gedrag gaat vertonen. Door zijn impulsiviteit is hij zo kwetsbaar. Ik vind het goed dat hij seksuele vorming krijgt. Ik hoop dat bepaalde informatie daardoor toch blijft hangen bij hem.”
Marijke Mensch, moeder van een jongen met ADHD en leesproblemen

Uw browser (Internet Explorer 11) is verouderd en wordt niet meer ondersteund. Hierdoor werkt deze website mogelijk niet juist. Installeer Google Chrome of update uw browser voor meer internetveiligheid en een beter weergave.