Zoeken
Onderwerp

Lhbti+

Lhbti+

Lhbti+ staat voor lesbisch, homo, bi+, transgender, en intersekse. Het is een verzamelnaam voor iedereen die niet hetero, niet cisgender (ofwel transgender) en niet sekse man óf vrouw is.

Transgender en intersekse zijn geen seksuele oriëntaties. Ze zijn opgenomen in de overkoepelende term lhbti+, omdat iedereen die hieronder valt met vergelijkbare processen van zelfacceptatie en acceptatie van anderen te maken kan krijgen omdat ze niet tot de norm behoren.

De + wordt steeds vaker toegevoegd aan lhbti. Dit staat voor alle andere seksuele en gender minderheden dan lhbti.

In plaats van lhbti+ worden ook paraplutermen gebruikt, zoals lhbti. Of juist langere termen zoals en lhbtqi+ of lhbtqqiaap+. De q staat voor queer en de tweede q staat voor questioning (iemand die nog niet weet op wie die seksueel of romantisch valt). De a staat voor aseksuele/aromantische mensen (mensen zonder seksuele of romantische aantrekking) en de tweede a voor ally (bondgenoot). Met de p wordt verwezen naar panseksueel zijn.

Soms wordt queer beschouwd als parapluterm voor alles wat niet heteroseksueel en/of cisgender is. Dan is het dus een alternatief voor lhbti+.

Op elke school is het zeer waarschijnlijk dat er meerdere leerlingen zijn met lhbti+ gevoelens of ervaringen. Hier volgen enkele cijfers.

Van de meisjes tussen 12 en 25 jaar, voelt 88% zich alleen tot jongens aangetrokken, 8% in enige mate tot jongens en meisjes, 1% alleen tot meisjes, 1% niet tot meisjes of jongens en 3% weet het niet.  Van de meisjes noemt 3% zich biseksueel en 1% lesbisch. In totaal weet 6% niet wat de woorden betekenen.

Van de jongens, voelt 92% zich alleen tot meisjes aangetrokken, 4% in enige mate tot meisjes en jongens, 3% alleen tot jongens, 1% niet tot jongens of meisjes en 1% weet het niet (Rutgers 2017). Van de jongens noemt 2% zich biseksueel en 3% homoseksueel. In totaal weet 5% niet wat de woorden betekenen.

Van de 12-14-jarigen is ongeveer 2% wel eens verliefd geweest of voelde zich aangetrokken tot iemand van hetzelfde geslacht (Rutgers 2017).

Van de 12-25-jarigen voelt 1,7% van de jongens en 2,9% van de meisjes zich niet geheel of uitsluitend voelen als hun geboortegeslacht. In totaal komt bij 2,9% van de 12-14-jarigen hun genderidentiteit niet volledig overeen met het geboortegeslacht. Van de 12-14 jarigen is bij 0,9% de genderidentiteit gelijk aan het andere geslacht en 0,9% voelt zich zowel jongen als meisje (Rutgers 2017).

Naar schatting hebben tussen de 1 op 100 à 200 mensen een vorm van intersekse (Van Lisdonk 2014; NNID 2020).

Zie de Handreiking sekse, gender & seksuele diversiteit voor meer informatie over openheid en ontdekken, acceptatie, negatieve reacties en pesten, gezondheid en welzijn.

Vragen van leerlingen over lhbti+

Leerlingen onder de 12 jaar:

  • Wat betekent lhbti+?
  • Wanneer ben je lhbti+?

Leerlingen boven de 12 jaar:

  • Welke term is beter, lhbt of lhbti+?
  • Waarom is het zo’n lang woord? Het gaat toch gewoon over homoseksualiteit?
  • Waarom zijn al die letters nodig? Het maakt mij echt niet uit wie je bent en van wie je houdt?

Lesgeven over lhbti+

Let op dat het lesgeven over lhbti+ in de praktijk niet alleen over homoseksualiteit gaat. Dit is uitsluitend en geeft geen erkenning aan leerlingen of mensen in hun omgeving die bi+ (bijvoorbeeld bi of pan), transgender of intersekse zijn.

Zie Onderwerpen seksediversiteit, genderdiversiteit en seksuele diversiteit.

Tips over lhbti+

Zie Onderwerpen seksediversiteit, genderdiversiteit en seksuele diversiteit.

Uw browser (Internet Explorer 11) is verouderd en wordt niet meer ondersteund. Hierdoor werkt deze website mogelijk niet juist. Installeer Google Chrome of update uw browser voor meer internetveiligheid en een beter weergave.