Seksuele oriëntatie
Seksuele oriëntatie gaat over de richting naar een of meerdere genders in het beleven van je seksualiteit. Andere woorden zijn seksuele voorkeur of seksuele geaardheid, al zijn die woorden steeds minder gangbaar omdat ze minder neutraal zijn.
Seksuele oriëntatie bestaat uit verschillende aspecten:
- Aantrekking: wat voel je?
- Gedrag: wat doe je?
- Zelfbenoeming: hoe noem je jezelf?
Aantrekking
Aantrekking gaat over wat iemand voelt voor andere mensen en op welke gender dit is gericht.
Er bestaat een onderscheid tussen romantische en seksuele aantrekking. Romantische aantrekking gaat over liefde of over op wie je verliefd wordt. Seksuele aantrekking gaat over seksueel verlangen, lust of over van wie je seksueel opgewonden raakt. Soms komen liefde en lust overeen, soms niet.
Seksuele en romantische aantrekking kunnen in de loop van het leven veranderen.
Aantrekking kan gericht zijn op mannen, vrouwen, non-binaire mensen, mannelijke vrouwen, vrouwelijke mannen en ga zo maar door. Veel mensen vallen slechts op één gender. Deze mensen zijn monoseksueel (mono = één). Hetero, homo en lesbische mensen zijn monoseksueel. Mensen die kunnen vallen op mensen van dan één gender of op mensen ongeacht hun gender worden aangeduid zijn bi+. Er zijn meer mensen die op meer dan één gender kunnen vallen dan alleen op seksegenoten. Mensen die aseksueel zijn voelen geen seksuele aantrekking naar andere mensen, maar ze kunnen wel verliefd worden op iemand.
Gedrag
Seksueel gedrag gaat over wat je doet. Seksueel gedrag kan overeenkomen met de aantrekking die iemand voelt, maar dat is niet altijd zo. Soms geven mensen geen uiting aan hun seksuele gevoelens of verlangens.
Bedenk dat er veel diversiteit is in seksueel gedrag, variërend van flirten, knuffelen en allerlei vormen van seks waar penis-in-vagina penetratie één vorm is. Kinderen kunnen al op jonge leeftijd beginnen met elkaars lichaam verkennen, knuffelen en flirten. Vaak vinden ze dit lekker of spannend.
Romantische en seksuele relaties vallen ook onder gedrag. Het kan zijn dat iemands aantrekking niet
volledig overeenkomt met de relatiepartner, bijvoorbeeld een man die getrouwd is met een vrouw en daarmee kinderen heeft, terwijl hij soms ook graag flirt of dates heeft met een andere man. Of iemand die op meerdere genders verliefd kan worden, maar een vaste, monogame relatie met een vrouw heeft. Ouders van kinderen kunnen in allerlei type relatievormen zitten. Het is niet vanzelfsprekend dat een vader en moeder van een kind allebei hetero zijn. Deze ouders kunnen ook bi of queer zijn.
Zelfbenoeming
Er zijn allerlei woorden die mensen voor hun seksuele oriëntatie gebruiken. De bekendste zijn homo, lesbisch, gay, bi+, biseksueel, panseksueel en queer.
Hoe iemand zichzelf noemt, hoeft niet overeen te komen met diens aantrekking of gedrag. Zo zijn er
mensen die zichzelf hetero noemen, ook al voelen ze zich soms ook seksueel aangetrokken tot iemand van dezelfde gender. Daarnaast kan er ook nog een verschil zitten in hoe je seksuele oriëntatie privé benoemt, en hoe je jezelf publiekelijk benoemt. Sommige kinderen en jongeren experimenteren hier al vroeg mee.
Ontwikkeling van seksuele oriëntatie
Tussen de 10 en 12 jaar beginnen veel kinderen te fantaseren over wie ze leuk vinden. Dat kunnen jongens of meisjes zijn, of mensen van verschillende genders. Op de basisschool kunnen leerlingen
homo, lesbische of bi+ gevoelens hebben. Heel af en toe benoemen kinderen op de basisschool al dat zij hetero, homo, lesbisch, pan of bi zijn. Kinderen kunnen dit vanzelfsprekend vinden en gemakkelijk met anderen praten over hun verliefdheden of fantasieën. Maar het kan ook dat ze dit verwarrend of moeilijk vinden, omdat de meeste mensen heteroseksueel zijn en omdat ze kunnen merken dat homo of bi+ zijn minder geaccepteerd is op school of in hun omgeving. Of homo wordt bijvoorbeeld als scheldwoord gebruikt. Als kinderen hulp of steun nodig hebben met het ontdekken en accepteren van hun seksuele oriëntatie dan kunnen ze terecht bij iedereenisanders.nl of Jong&Out voor lhbti+ jongeren onder de 18 jaar.
Vragen van leerlingen over seksuele oriëntatie
Leerlingen onder de 12 jaar:
- Kun je verliefd worden op je beste vriendinnetje (als meisje)? Wat moet je dan doen?
- Hij zegt dat hij meisjes en jongens even leuk vindt. Hoe kan dat?
Leerlingen boven de 12 jaar:
- Hoe weet je of je homo bent?
- Kun je eerst lesbisch zijn en daarna bi?
- Ik wil hetero zijn, maar zo voel ik me niet. Wat moet ik doen?
- Ik heb een vriendje (als meisje), maar vind een ander meisje ook heel leuk. Wat nu?
Lesgeven over
Zie ook Onderwerp seksuele diversiteit
Tips over
Zie ook Onderwerp seksuele diversiteit